Hoofd-Hart-Handen

He who has a why to live for can bear almost any how’
Friedrich Nietzsche

 

19-04-2013| Het is voelbaar. De passie, de wilskracht, het plezier, het onomkeerbare. Ze zetten het neer in de woorden die ze gebruiken zoals ‘ontdekkingstocht’, ‘betekenis willen hebben voor andere mensen’, ‘gezamenlijkheid’, ‘het kloppende hart’, ‘de beweging’. Het is hartstaal. Volstrekt geloofwaardig en helder. Niet alleen door de woordkeuze. Er is echt niks wolligs aan. Ze zetten concrete stappen. Weliswaar ogenschijnlijk nog klein en tegelijk onmiskenbaar in de gewenste richting. Er is een stip op de horizon. Geen afgebakend en ingekaderd doel, maar een verlangen, een nieuw verhaal, een andere toekomst. Vol in het hier en nu aanwezig en tegelijkertijd die continue perifere blik naar voren. En er is het diepe persoonlijke commitment. De bereidheid om de ultieme consequentie te nemen: ontslag. Weerstand van de gevestigde orde herkaderen ze. Ze mobiliseren medestanders die ‘geleidelijk zullen komen’ en die ‘inklikken’ op het grotere verhaal. Dat diepe vertrouwen en respect. Geen weerstand of behoefte anderen te willen overtuigen, maar een mogelijkheid tot dialoog. Een kans om alles zo goed mogelijk door te denken, om risico’s uit te sluiten. Want een droom hebben is een ding, maar het gaat hier wel om mensenlevens, dus veiligheid staat hoog in het vaandel. En het moet samen anders wordt het niks.

 

Ze zijn niet anders dan anderen. Net als andere bedrijven en instellingen hebben ze het over ‘de klant centraal’ of, in hun geval, ‘de patiënt centraal’. Net als bij andere bedrijven spelen kosten en efficiëntie een rol. Het grote verschil? Bij andere bedrijven klinkt het maatschappelijk verantwoord maar is het vooral financieel gedreven. Buiten een andere waarde dan binnen, niet  synchroon. Dan stroomt het niet maar is het ongeloofwaardig en verandert er uiteindelijk weinig. En is het vanaf het begin zo geweest? Nee. Het was een technisch ingestoken project met een naam die ik spontaan ben vergeten. Zo’n praktische afkorting van iets. Woorden als ‘werkplaats’, ‘techniek’, ‘snijders’, ‘de markt’, ‘resultaat’, ‘herontwerp’. De patiënt werd wel genoemd, maar niet ervaren. Het sleepte voort, verzuurde wat en riep meer cynisme op dan enthousiasme. Een beetje zoals veranderprojecten wel vaker worden ingestoken door een technologische verandering zonder heldere ‘why’ en zonder een helder verhaal. Het was dat moment van diep inzicht, zo’n eurekamoment, dat alles anders werd. Als ze dit echt wilden, de ‘patiënt centraal’, dan moest het op z’n kop. Tegen de gevestigde orde in, tegen de heilige huisjes. Geen verandering, maar een transitie, een nieuw model, een nieuw verhaal, een andere filosofie.

 

Waar zijn we eigenlijk? We zijn in een van de academische ziekenhuizen in Nederland, in gesprek met twee leidinggevenden van een afdeling die tot voor kort gezien werd als een ondersteunende afdeling die van iedereen en niemand was, namelijk de ok. We hebben een zogenaamd Slowlab waarin wij, een afvaardiging van zes leden van een Slow netwerk, in dialoog gaan met voorlopers en andersom-denkers. Even wat vertraging. Het motief: wederzijdse inspiratie zonder vooropgesteld specifiek doel. ‘Ik heb mijn hele leven nog nooit met zo veel plezier gewerkt’, zegt een van hen. Hij kan met pensioen, is een zeer gerespecteerd chirurg, maar hij tekent bij. ‘Wat zijn nou de ingrediënten?’, vraagt hij oprecht aan ons. Het antwoord klinkt eenvoudig en is oh zo moeilijk. Alles is coherent en congruent aan deze beide heren. Het is hoofd, hart en handen. Er is een grote droom, een ‘why’, en tegelijkertijd een totale ontvankelijkheid voor dialoog. Het is voelbaar aan tafel, ontroerend zelfs. Two man on a mission. Point of no return. Diep respect. Grote dank.

 

Tekening met dank aan Irene Muller-Schoof, mede-oprichtster Nationaal Zorg College (NZCO) en lid van ‘compassion for care’